Toen ik bij mijn plaatselijke, Rotterdamse Jumbo paardenstooflappen zag liggen en de lente maar verstopt bleef onder een dikke laag winters chagrijn, besloot ik dat het tijd was voor troostvoer. Patat met mayo, stoofvlees en appelmoes. In een uitzonderlijk productieve bui maakte ik alles zelf.
Twee dagen (het vlees wilde maar niet zacht worden), twee brandwonden (pan stoofvlees uit de oven voortaan mét pannenlap), nog een tripje naar de supermarkt (tóch geen aardappelen meer in huis) een fornuis vol olie (ook geen frituurpan) en een houten aanrechtblad bemeurd met rauw ei (don’t ask) later was het dan zover: een tafel vol troost. Het was het waard.