Een vijfgangendiner, voor de verandering niet om te eten maar om naar te kijken. Op het Food Film Festival werd het met verve en op kekke Louboutins geserveerd door Froukje Jansen. Van sterrenchefs tot soylent, – bij de Food Film Talks kwam het voorbij. Met als toetje: de eerste FFF Awards…
Vooraf
De talkshow trapte af met Caspar Sonnen, coordinator Nieuwe Media van IDFA. Hij had een smörgåsbord van de lekkerste hapjes op internet voor ons samengesteld. Dankzij hem weten we nu dat dat er een app bestaat die je wekt met de geur van gebakken spek, dat je de kost kunt verdienen met eten voor de webcam, en wat de grootste trends op foodblogs zijn van dit moment, namelijk quinoa, gezouten caramel en sriracha (google dat laatste maar even, ik wist ook niet wat het was).
Minder smakelijke zaken zijn er ook te vinden op het web. Wist je bijvoorbeeld dat IBM research doet naar computers die chefs moeten gaan vervangen? Of dat er iemand een blog bijhoudt met de (te) veelzeggende naam cookingwithcum.com? En dan is er nog dat vermaledijde Soylent, het poeder dat al ons eten overbodig maakt (why, why??). Om ons weer wat op te beuren sloot Sonnen af met wat voorbeelden van The Slow Web Movement, het digitale broertje van Slow Food.
Tussengerecht
Historisch momentje: tijdens de talkshow zetten de mensen van collega foodfilmfestivals Krachtvoer, Food For Real, Film&Cook, Kinookus en natuurlijk het FFF hun handtekening onder de overeenkomst van het kersverse Food Film Network.
Sommige sterrenchefs zijn tegenwoordig ook zelf echte sterren, en daar worden films over gemaakt. Drie regisseurs schoven bij Froukje aan om te praten over hun films en ‘hun’ chefs. Behalve de makers van L’universelle des Pourcel en Inside the Best Restaurant in the World: El Celler de Can Roca, schoof ook Willemieke Kluijfhout aan. Zij werkt op dit moment aan de documentaire Sergio Herman: Fucking Perfect. Grote gemene deler was de beperkte werkruimte die de filmers hadden in de hectische keukens. De soms intieme kijkjes in de levens van de chefs lieten zien dat het kei- en keihard werken is om de culinaire top te bereiken. Een voorproefje van Kluijfhouts film, met daarin een zeer openhartige Sergio Herman, sprak wat dat betreft boekdelen.
Tussengerecht
John Appel, een van Nederlands topdocumentairemakers (maker van o.a. André Hazes, zij gelooft in mij), liet een mooie eetscene zien uit zijn film The Last Victory. ‘In documentaires zie je bijna nooit mensen eten’, vertelde hij. ‘Eten, slapen en seks worden als te alledaags en te banaal beschouwd om te vereeuwigen in een documentaire.’ Gelukkig hebben we de foodfilms nog.
De uitsmijter van de avond werd gevormd door de uitreiking van de allereerste Food Film Awards. De prijs voor beste lange foodfilm ging naar My Name is Salt van Farida Pacha. Zij bevond zich echter in Warschau, en daarom feliciteerde jurylid en culinair journalist Mac van Dinther haar per skype met het poëtische, mysterieuze en krachtige beeld dat ze had neergezet van het weinig bekende leven van zoutscheppers in een Indiaase woestijn.
De prijs voor de beste korte film was voor Impromptu van de Canadees Bruce Alcock. Ook hier werd per skype verbinding gemaakt met de gelukkige winnaar. Jurylid Jordi Wijnalda wist hem zelfs nog wat recepten uit zijn kunstig gemaakte en herkenbare animatiefilm te ontfutselen. Handig voor als je zelf eens een dineetje moet improviseren.
Dit artikel verscheen eerder op de website van het Food Film Festival.