De Marconistrip moet wel een van de minst voor de hand liggende plekken zijn voor een boerderij. Overal is industrie, beton en staal. De immer pittoreskeMarconitorens staan te glimmen aan de horizon. If I can make it there, I’ll make it anywhere, moeten de drie jonge ondernemers hebben gedacht toen ze hier anderhalf jaar geleden Uit Je Eigen Stad begonnen, Nederlands eerste stadsboerderij. Dat klinkt romantisch, maar is gewoon heel hard werken. Hoe staan de akkers er nu bij?
Aan de gewassen te beoordelen boeren ze goed bij Uit Je Eigen Stad. In tunnelkassen groeien maar liefst vijftien soorten tomaten naast sla, bietjes en wortels in verschillende kleuren. In de volle grond staan sperzie-, snij- en spekbonen, prei, uien, kapucijners en aardappels. Tuinder Ivo laat ons trots zijn nieuwste aanwinsten zien: de antroewa (surinaamse aubergine) en een van de heetste pepers ter wereld, de habanera.
Maar bij groenten alleen blijft het niet. Aan de rand van het veld staan bijenkasten. In een oude loods worden in de winter shii-take’s en koningszwammen gekweekt. En verderop scharrelen de stadskippen. Flinke jongens (en dames) van wel twee kilo, waar je met zes man van kan eten. Ze groeien langzamer en leven langer dan de meeste kippen, en krijgen geen antibiotica toegediend. De legkippen zorgen voor lekker verse eitjes.
En dan is er ook nog Poesbas, de boerderijkat met zijn eigen facebookpagina. Je zou het niet zeggen als je hem ziet rondslenteren (meestal slaapt hij trouwens), maar het is een goede jager. Zelfs konijnen krijgt hij te pakken.
Dan heeft Ivo nog iets moois in petto. In een andere loods staan tientallen grote plastic bakken met daarin… duizenden vissen. Tilapia en meerval. De tilapia’s zwemmen nieuwsgierig naar ons toe, de meervallen zorgen voor spektakel als Ivo een handje voer naar ze gooit. Het kalme water verandert meteen in een woest kolkende en spetterende massa. Het zijn roofvissen, zoveel is duidelijk. De vissen worden gekweekt in een aquaponics systeem: een duurzaam kringloopsysteem waarin het afvalwater van de vissen (lees: de mest) voeding is voor de gekweekte groenten, die op hun beurt het water voor de vissen filteren. Hoe slim is dat! Binnenkort hebben we dus naast groenten en kip ook vis uit eigen stad.
Dat er zoveel groeit en bloeit is mooi, maar hoe vindt dat allemaal zijn weg naar de buiken van de Rotterdammers? Daar heeft Uit Je Eigen Stad verschillende manieren voor. Een deel van de oogst gaat naar restaurants als Hotel New York, Het Zalmhuys, restaurant De Jong en Het Lachende Varken. Er is een boerderijwinkel en een bezorgsysteem i.s.m Rechtstreex, plus een vaste stek op de Oogstmarkt op het Noordplein.
Maar er is meer. Om de stad nog beter te kunnen voeden met producten van eigen bodem en de regio, begint Uit Je Eigen Stad 24 mei (dit weekend al) met een stadsmarkt. Elke zaterdag en zondag kun je er terecht voor lokaal, vers en veel bio. Alles van boerderijen, kaasmakers, fruittelers en worstdraaiers uit de buurt. De auto gratis geparkeerd. En terwijl de kids in de zandbak spelen, zitten de ouders na het boodschappen doen op het terras, want dat is er ook. Een heel restaurant zelfs.
Dat is maar goed ook, want je krijgt trek van al dat heerlijks dat je ziet groeien, scharrelen en zwemmen. Het gaat er zo van het veld op je bord. Hoe vers wil je het hebben?
Dit artikel verscheen eerder op De Buik van Rotterdam
Uit Je Eigen StadMarconistraat 39
3029 AG Rotterdam
010 – 8208909
www.uitjeeigenstad.nl De stadsmarkt is er elke zaterdag en zondag, 10.00- 16.30