Vriendelijk geprijsde tapas in Spijkenisse
Het kan verkeren. Twee weken geleden zaten we er nog glamoureus bij in een trendy Aziaat aan de Maas. Voor deze Pollepel rijden we eindeloos rondjes in het stille stadscentrum van Spijkenisse, op zoek naar een parkeerplaats. Een zoektocht die eindigt in een parkeergarage. Van daaruit is het vijf minuutjes lopen naar Olijf, ons baken in de duisternis.
Olijf is voornamelijk een tapasrestaurant, maar laat zich niet beperken tot de Spaanse hapjes. Wij nemen plaats achterin de ruime zaak met uitzicht op de Boekenberg. De tafels zijn hier uitgerust met een extra plak waar al die tapas een plek krijgen. De ronddraaiende menukaart is grappig en handig: zo kun je tijdens het eten op je gemak uitzoeken waar je nog meer zin in hebt. De sfeer is warm (ook letterlijk door de gashaard in de muur), de inrichting modern en toch knus.
Schot in de roos
We beginnen met de vegetarische proeverij. Gewoon omdat het kan, weer eens wat anders dan een berg vlees op je bord. Deze ‘vlees noch vis’ schotel is een schot in de roos. Naast een schaal vol hapjes krijgen we ook nog een gemengde salade bij plus een schaaltje patatas bravas met aioli. Ik vind de gebakken aardappeltjes te droog uitgevallen en de geperste knoflook erop weinig subtiel, maar mijn tafelgenoot houdt daar juist van. Smaken verschillen.
Meer groente, please
Op de vegaschaal is genoeg te kiezen: Tortilla met prei en gorgonzola, een empanada (pasteitje) met spinazie en geitenkaas, gele pimenton met provolone mousse, omeletrolletjes, een kaaskroketje en een nog warme dadel met roomkaas en verrassingsamandel. Alsof dat nog niet genoeg is liggen er ook nog wat paellarijst, vijgenbrood en wat stukken kaas bij. Een goedgemaakte en royale schotel, waar we wel nog groenten missen. Nu moeten we het doen met wat uiencompote en drie groene asperges. Het is een manco dat voor zoveel restaurants in de regio geldt. Mag er alsjeblieft iets meer aandacht komen voor groente?
Soppen
De calamares zijn goed: niet te taai en gelukkig ook niet verstopt in een laag deeg. De hit van de avond zijn ongetwijfeld de gamba’s al ajilo: De weliswaar kleine gamba’s liggen in een geurige en frisse olie met verse kruiden. Uiteraard is er brood om die heerlijke naar anijs geurende olie te soppen – hier krijgen we geen genoeg van. Het glas verdejo smaakt er goed bij.
Jammer genoeg eindigen we met een mislukt gerecht. Als special staat er krokante kabeljauw met sojasaus op de borden. De brokken vis hebben een korst van noten, die zonder sojasaus behoorlijk flauw is. In plaats van sojasaus hebben we namelijk tzatziki gekregen – een vreemde en onsmakelijke combinatie. Van de mooie kabeljauw blijft weinig over in het yoghurt- en knoflookgeweld. De serveerster vind het ook raar, maar komt onverrichter zake terug uit de keuken, waar drie man (m/v) bij hoog en laag beweren dat het zo hoort. Tsja, dan houdt het op. Ze biedt ons daarom een drankje van het huis aan. Een leuke dame.
Budgettip
Het tapas-dessert is in orde en met net een dat beetje extra aandacht opgemaakt. Tot slot de rekening: die bedraagt krap zestig euro. Deels is het te verklaren door onze vegetarische schotel (budgettip, mensen!), maar we hebben er geen hap minder om gesmuld. Zo kan het dus ook!