Twee jaar geleden reden mensen zelfs uit België naar Heinenoord om er te gaan eten. Die moeite kunnen ze zich de komende tijd besparen.
In 2012 ging er een Gouden Pollepel naar restaurant ’t Raadhuis in Heinenoord. Dat is inmiddels onder de naam Vista een nieuw avontuur aangegaan in Willemstad. De jonge chef Jeroen van der Sluis nam het pand over. Hij durfde het aan om hier op zijn 24ste zijn eerste zaak te beginnen: ’t Land van Wale. De naam verwijst naar de middeleeuwse naam voor het gebied rondom Heinenoord.
Ondertitel van het restaurant-eetcafé is ‘De smaak van de Hoeksche waard’. Mooi vinden we dat, streekproducten op de kaart. Maar ‘streek’ is een rekbaar begrip, en een garantie voor kwaliteit blijkt het ook al niet. Zo bestellen we als voorafje het Hoeksch plankje (10 euro), een ‘seizoensgebonden’ plankje met producten uit eigen streek. Daarop bevinden zich een kop truffelsoep, een bakje chips, doe-het-zelf-bruschetta en carpaccio.
Streekproducten
Nu kennen we een hoop streekproducten, maar truffels…? De soep blijkt dan ook een slappe paddenstoelenvariant. Het brood is prima, de bijbehorende tomaat met basilicum is melig en smakeloos. Niks streek, niks seizoen. Het vlees van de carpaccio is nog het aardigste element op de plank – goed op temperatuur maar met de geijkte fanfare aan pijnboompitten, uitgebakken spekjes, rucola, saus en kaas. Het enige herkenbare streekproduct is het bakje Hoeksche Chips, maar alleen daarmee kom je er niet. Alhoewel: de truffelsmaak van de chips is dermate overheersend, dat we er het bijproduct van de petrochemische industrie van de Botlek in herkennen. En dat is per slot van rekening ook een streekproduct.
Verdronken
Het andere voorgerecht, tartaar van verse zalm en rivierkreeftjes (12 euro) is bremzout. De kweekzalm is verdronken in sojasaus, en ook de zoetige smaak van rivierkreeft is onvakkundig de nek omgedraaid. Inkopen bij lokale producenten doen is één ding, wat je vervolgens met die ingrediënten doet een ander.
Dat ondervinden we bij het vegetarische hoofdgerecht. Want al is het Hoekse geitenkaasje nog zo fijn, op een tot moes gepofte zoete aardappel met dezelfde melige tomaat (19 euro) is het een vlag op een modderschuit.
Niet zo verse vis
Ernstig mis is het bij de vis van de dag (“Verse vis, net van de afslag!”). Bij de skrei bespeuren we een duidelijke geur van ammoniak. De vis is bedorven. We geven het door aan het aardige meisje van de bediening. Na een bezoek aan de keuken geeft ze het bord weer terug met de mededeling: “Wij ruiken niks. De vis is eergisteren gekocht, al vijf mensen hebben hem besteld en niemand heeft geklaagd”.
Wat is erger: de bedorven vis, het feit dat niemand in de keuken dit (h)erkent, of dat we geacht worden dit toch op te eten? Gelukkig biedt de andere dame van de bediening even later aan om de vis van de rekening te halen – en of we iets anders willen bestellen? Opgelucht zwaaien we de stinkskrei uit.
Troost
De Pork tomahawk steak (21 euro) biedt een klein beetje troost. De garing van het vlees is goed, de barbequesaus aardig. De frites zijn ook in orde, maar de salade kan zo in een back to the eighties museum: ijsbergsla, zure uitjes en augurk in een kant-en-klaardressing.
Een dessert durven we eigenlijk niet meer te nemen, toch wagen we nog een gokje. En dat loont. We happen we in een heerlijk warme, zelfgemaakte kokosmakroon. Een kinderhand is snel gevuld, maar te midden van zoveel culinaire treurnis is dit het wonder van Wale.