Hoe vat je een jaar Pollepelrecensies samen? Een opsomming van hoogte- en dieptepunten ligt voor de hand. Het is ook een goed moment om even stil te staan bij de stand van zaken in horecaland. Hier lees je mijn bevindingen van uit eten gaan in de regio Rotterdam in 2018 en 2019.
Eten is een populair onderwerp tegenwoordig. Iedereen wil weten wat de nieuwste hippe zaak is waar je heen moet gaan. Chefs schitteren in tijdschriften en reclames, iedereen lijkt wel gezondheidsexpert, veganist, glutenintolerant of zelfverklaard Michelininspecteur. Instagram stroomt over van de blauwe hamburgerbroodjes, smeltende kaas en fotogenieke avocado’s en radijsjes.
In al die eetgekte (want daar lijkt het soms wel een beetje op) hoor je bijzonder weinig over de bediening. Ten onrechte, want het is zo bepalend voor het succes van je avondje uit. Juist over die zwarte brigade ben ik behoorlijk tevreden in onze regio. Bijna overal werken mensen hard en met zichtbaar plezier om je een aangename avond te bezorgen. In dit Pollepelseizoen is er is geen enkele onvoldoende uitgedeeld voor de bediening. Wel zaten een paar zaken in de gevarenzone. Het euvel was in die gevallen hetzelfde: mijn gezelschap en ik voelden ons als gast niet gezien of niet gewaardeerd. Dat die zaken dan ook nog eens een rekening voorschotelden die richting de 150 euro ging, maakt het alleen nog maar treuriger.
Gastvrij
Wat gastvrijheid betreft kun je soms beter in een eenvoudiger etablissement gaan eten. Zoals het hartelijke Turkse ontbijtzaakje Hanimeli as Evi bijvoorbeeld, waar we slechts 22 euro afrekenden (ik vermoed dat dit het laagste bedrag ooit is in deze rubriek). Of bij Eethuis ’t Centrum in Schelluinen, waar nog een ouderwetse Hollandse gezelligheid heerst die je bijna nergens meer vindt.
Als er een pollepel zou worden uitgereikt voor de beste bediening (Het Gouden Dienblad misschien?), zou die zonder twijfel naar Nela van Die Kaiser gaan. Daar, naast winkelcentrum Keizerswaard in IJsselmonde, stapten we in een warm, gastvrij bad. De Oostenrijks-Pools-Nederlandse eigenaresse Nela is een ware ambassadrice van de keuken van Oostenrijk. Vol vuur vertelt ze over de gerechten en gebruiken van het land, verspreidt het pompoenpitolie-evangelie, zet je en passant een potje schmalz voor en geeft de hond een bak met brokjes. Daar bouw je een vaste klantenkring mee op.
Er waren ook gerechten die indruk hebben gemaakt, en die het verdienen om nog eens in de schijnwerpers geplaatst te worden. Natuurlijk was er dat bleekselderij-ijs bij winnaar Louise. Het Pollepelseizoen was uitstekend begonnen bij Ají, waar een verfijnde variant op de taco een Mexicaans hemelmomentje opleverde. En sinds ik vol overgave mijn vingers aflikte bij Bar Pulpo kon ik lange tijd aan niets anders meer denken dan aan hun family bucket vol krabbenpoten, garnalen en mosselen. Of neem de geweldige General Tso bloemkool bij Bertmans: een leuke plantaardige variant op een typisch Chinees-Amerikaans gerecht: general Tso’s chicken. Bertmans gefrituurde bloemkool zou ik het liefst ook in zo’n family bucket stoppen en stiekem de bioscoop in smokkelen als ideale snack.
En toen… toen was er ook nog Herman. Zowel de Volkskrant als de Gouden Pollepel kwamen vlak na elkaar op bezoek bij Herman den Blijkers zaak Goud. Al zeg ik dat niet helemaal accuraat: Goud is net zo goed de zaak van Nick de Kousemaeker. De meeste aandacht ging echter uit naar Den Blijker. Begrijpelijk, de BN’er zit op tv ook niet verlegen om ongezouten meningen. De recensies waren verre van positief, en vooral ‘kreeftengate’ (Hiske Versprille, de recensent van de Volkskrant kreeg rivierkreeftjes geserveerd als Oosterscheldekreeft) leverde een hoop heisa op. Het inspireerde een ander Rotterdams restaurant tot een gerecht met gouden rivierkreeftjes: ‘Kreeft a la Herman den B.’ Gouden humor.