De Vietnamese loempia, wie kent ‘m niet? De familie Nguyen bakt ze al meer dan dertig jaar. Hun kramen zijn niet meer uit het Rotterdamse straatbeeld weg te denken.
Thuan Nguyen, zoon van de oprichters, vertelt hoe de familie in Rotterdam terecht kwam. “Na de Vietnamoorlog werd het leven van Vietnamezen die aan de kant van de Amerikanen stonden, onmogelijk gemaakt. Mensen vluchten in boten de oceaan op. Veel bootvluchtelingen hebben dat niet overleefd, maar mijn ouders, en ikzelf als baby, gelukkig wel. We werden gered en kwamen in een Filipijns vluchtelingenkamp terecht. Mijn oom bleek al in Nederland te zijn. Daar zijn wij toen ook heen gegaan.”
Haring, patat en loempia’s
Toen het vinden van een vaste baan moeilijk was, begonnen Thuans ouders en oom met de verkoop van zelfgemaakte loempia’s. Eerst in Leiden en Gouda. “Daar waren ze met 50 gulden dagopbrengst al heel blij.” In een grotere, internationale stad als Rotterdam hoopte de familie meer te verkopen. En dat bleek te kloppen. Op de twee standplaatsen die de broers in 1986 kregen (op de Hoogstraat en de Lijnbaan) staat de familie tot op de dag van vandaag loempia’s te bakken.
Lange tijd bleef de formule onveranderd. De Rotterdammer hield van de loempia, dus was er geen noodzaak tot verandering. En dat terwijl de Vietnamese keuken zoveel meer is dan de loempia. In Amerika of Frankrijk zijn Vietnamese restaurants net zo bekend als de Chinees bij ons. Gekker nog: Nederland is de enige plek ter wereld waar de Vietnamese loempia als straatsnack wordt verkocht. Thuan: “Zelfs in Vietnam gebeurt dat niet. Daar is de loempia onderdeel van een gerecht.” De verklaring zit hem in de al aanwezige cultuur van eten op straat in Nederland. “De haring en patat kenden ze al.” Ook waren loempia’s, dankzij het Nederlands-Indische verleden al bekend terrein. Zo kan het dat de Vietnamese loempia een typisch Hollands fenomeen werd.
“Op een productiedag begin ik om 5 uur ’s ochtends, maar dat is niks vergeleken met de uren die mijn ouders maakten.”
Als kind zat Thuan Nguyen samen met zijn broer en zus aan de keukentafel om loempia’s te maken. “Met onze kleine vingertjes konden we goed de halfbevroren loempiavellen los peuteren. Een secuur werkje.” Vader en moeder Nguyen waren dan zelf al uren bezig met de voorbereidingen. “Op een productiedag begin ik om 5 uur ’s ochtends, maar dat is niks vergeleken met de uren die mijn ouders maakten.”
Tegenwoordig heeft de familie een productiekeuken in Berkel en Rodenrijs waar alle ingrediënten gewassen en gesneden worden, en ook de flensjes en de sauzen worden gemaakt.
Tweede generatie
Nu de tweede generatie volwassen is en volledig meedraait in de zaak, zagen de Nguyens dat de populariteit van de loempia aan het dalen was. Backpackers hadden in Azië kennis gemaakt met die andere Vietnamese streetfoodkeuken: die van Bánh mì (stokbrood belegd met gesneden groenten, pickles en vlees) en lenterolletjes (Gỏi cuốn, gezonde, ongebakken loempia’s van rijstevel). Het werd tijd voor een update van de kramen en het assortiment.
“Mijn moeder is bepalend is geweest voor het succes van het bedrijf. Daarom hebben we de kramen naar haar vernoemd: Mama Hong. Een sterke vrouw, die met haar jonge gezin opnieuw moest beginnen in een land waarvan ze de taal niet sprak. Ze is de matriarch en de opperproever. Als zij het niet goed vind, moet het opnieuw.”
De nieuwe wagens staan te stralen, met mama’s naam er op. En vrees niet: ook de loempia’s zijn er nog.
WAAR
Mama Hong vind je op de Hoogstraat, aan het einde van de Koopgoot tegenover de Hema. De kraamstond eerst 15 meter verderop, naast de Hema. De tweede kraam staat op de Lijnbaan, ter hoogte van het pleintje met de grote oude boom, bij de ingang van de Albert Heijn. Openingstijden: dagelijks van 10:00 tot 18:00 uur (zondag vanaf 12:00 uur) Via www.mamahong.nl kun je nu ook gerechten bestellen en afhalen.