Vandaag was het Dag van de Architectuur, en het thema was koren op mijn molen: Proef Rotterdam. Je kon ontbijten bij een architect of een kijkje nemen bij de stadsboerderij of op de Dak-akker. Ook een paar monumentale (meestal voormalige) fabrieken uit de voedingsindustrie openden hun deuren. Van één van die gebouwen ging mijn hartje extra snel kloppen: de nog werkende Menebafabriek aan de Maashaven.
Als ik uit mijn raam kijk, zie ik dit imposante complex aan de overkant van het water liggen. Het oudste gedeelte van het complex werd in 1915 gebouwd (architect: Michiel Brinkman). Inmiddels is de Meneba (Meelfabrieken der Nederlandse Bakkerijen) een wonderlijk geheel van betonnen silo’s, kantoren, hijskranen en een sprookjesachtig torentje. Bijna een echt kasteel. Al jaren vraag ik mij af wat daarbinnen allemaal gebeurt, en nu mocht ik er zomaar naar binnen. Na een vriendelijke ontvangst met koffie en een koekje (misschien van eigen meel?) werden we rondgeleid door een van de medewerkers van de fabriek.
Dit zag en leerde ik: De tarwe wordt per schip aangevoerd en vervolgens met een grote ‘stofzuiger’ uit het ruim geslurpt. In de fabriek wordt de tarwe opgeslagen in silo’s en schoongezeefd. Er zit namelijk wel eens zand, schroefjes of zelfs een schoen tussen de tarwekorrels en al die dingen wil je liever niet in je brood.
In een grote ruimte vol industriële molens wordt de tarwe vervolgens vermalen tot bloem. Overal lopen buizen waardoor de tarwe, de zemelen, het gries en de bloem doorheen zoeven. Overal brommen en bonken de machines. Dit gaat 7 dagen per week, 24 uur per dag door. Slechts twee weekenden per jaar liggen de machines stil voor een grote schoonmaakbeurt. Elke dag vertrekken er 60 vrachtwagens vol bloem uit de fabriek, op weg naar de bakkerijen. 550 miljoen kilo per jaar.
De hele fabriek is een wonder van efficiëntie. Er wordt niks verspild of weggegooid (restproducten worden gebruikt voor veevoer), want de meelhandel is centenwerk: de marges zijn klein en de concurrentie uit het buitenland is groot.
– Ik mocht er niet fotograferen (de foto van het koffiekoekje heb ik niet – ik herhaal, niet – gemaakt…), maar hier staat een filmpje van de fabriek.
– Het dak van de hal is geïnspireerd op de vorm van een brood.
– Het haardscherm in een van de directiekamers heeft gietijzeren korenaren als decoratie.
– Het is de grootste meelfabriek in Nederland, of zoals ze bij Meneba zelf zeggen: molen.
– De nabij gelegen Tarwewijk is zo genoemd vanwege de meelfabrieken (die waren er het eerst).
– De bloem kan worden gemengd tot een ideale ‘blend’ – een beetje zoals met koffie.
– En de grootste verrassing: de hele fabriek draait op 6 mensen. Kantoorpersoneel niet meegerekend, maar toch. Zes !
Wat je van dichtbij haalt is lekker, maar dat sommige ingrediënten op zo’n grote schaal zó dichtbij mijn huis gemaakt worden realiseerde ik me niet. Ook al gebeurde het pal onder mijn neus. Soms mopperen we met onze buren op het gebrom van de fabriek, maar van mij mag hij nog lekker lang blijven brommen en zoemen. Het is voor ons dagelijks brood.