Ik lijd aan theaterluiheid. Bij elk theaterbezoek (en dat is gemiddeld twee keer per jaar, schat ik) denk ik: ‘Wat fijn, dit moet ik vaker doen.’ Ik neem me voor mijn leven te beteren en abonneer me op nieuwsbrieven van de theaters in de stad. En ga vervolgens net zo weinig naar het theater als daarvoor. Aan het hoe en waarom van dit verschijnsel, dat zich ook voordoet bij andere vrijetijdsbestedingen zoals boswandelingen en museumbezoek, zou je een hele studie kunnen wijden. Zonder duidelijke uitkomst. Ik hou het gewoon op luiheid, mijn lievelingszonde.
Precies hetzelfde heb ik met soep. Als ik zelfgemaakte soep eet denk ik: ‘Wat fijn, dit moet ik vaker doen.’ Het is makkelijk, lekker en een goede manier om van restjes groente af te komen. En toch maak ik bijna nooit soep. Of beter gezegd: maakte. Want mijn goede voornemen om vaker soep te maken lijkt zijn vruchten af te werpen. In een week tijd stonden er drie dampende pannen soep op tafel.
Om deze positieve ontwikkeling kracht bij te zetten zal ik de recepten van deze drie luie soepen in afzonderlijke blogs beschrijven. Als het te lang duurt voordat alle recepten op mijn blog verschijnen, moet je maar even klagen bij me. Dan gaat deze luie donder weer aan de slag.