Als je nog naar je werk loopt met een meeneembeker skinnysoylattedecaf (coffee victim-taal voor een koffie verkeerd met magere sojamelk zonder caffeïne), zoals je denkt dat trendy lieden dat in het Meatpackers district in New York doen, ben je hopeloos ouderwets. Nee, de hipste koffie is slome koffie.
Vorige week bezocht ik de horecabeurs Venuez (lieve marketinggoeroe’s: wanneer verlossen jullie ons van die belachelijke Z ?). Daar, tussen de pakkenmannen en ingehuurde cocktailmeisjes met net iets te grote zwarte brillen, leerde ik een aantal dingen. Bijvoorbeeld dat de inrichting van je club of restaurant vooral donker en glanzend moet zijn, met veel ledverlichting verstopt in steen of plastic. Of dat een beetje bartender kleine kiemgroenten of grasjes toevoegt aan zijn cocktails.
Maar het belangrijkste leermoment ging over koffie. Vergeet die espresso, was de boodschap. Slow coffee is het nieuwe zwarte goud. Op de bar van de coffee hoek (koffie heet bij dit soort trends trouwens ook nooit koffie; het is altijd coffee) stonden kek vormgegeven koffiefilters met bijbehorende kannetjes opgesteld. Strakke porceleinen exemplaren, of filters van glas met – heel eco – een touwtje eromheen geknoopt. De barmensen liepen in witte jassen. Het was een koffielaboratorium.
De koffieprofessoren brouwden de slome koffie in kleine kannetjes. Het waren nog net geen reageerbuisjes. Aan de bar stond een stel de coffee te proeven. Ze keken verward. Hun oordeel? ‘Tsja. Apart.’
Na een minuut of tien wachten (slow coffee is echt heel slow) mocht ik ook proeven. Van het uiterlijk gingen bij mij allerlei alarmbellen rinkelen (‘Amerikaanse slootwaterkoffie! Pickwick!’), maar dapper proefde ik het lichtbruine watertje. Vanwege de lange doorlooptijd was de koffie lauw geworden, maar om te proeven was dat wel zo prettig. De smaak viel alleszins mee. Er waren inderdaad allerlei aroma’s te bespeuren, van fris tot kruidig en van hout tot zwoel. Maar de echte koffiekick bleef uit.
Een van de fijne dingen van koffie vind ik die heftige sensatie in je mond, en die klap voor je kop die je er van krijgt. Een goede espresso is een wake up call: Wakker worden! Aan het werk! Het leven is mooi! Dat ontbreekt volledig bij de langzame druppelkoffie. Het is voer voor beschaafde, fijnzinnige mensen die er prat op gaan dat ze beschaafd en fijnzinnig zijn. En die stiekem heimwee hebben naar de filterkoffie van hun moeder, maar te hip zijn om dat toe te geven.
+